Eerste contact met bevrijders - Jef Theuws
Vrijheidspad

3 – Jef Theuws

Op 11 september 1944 kwamen er voor het eerst Engelse verkenningswagens in Nederland. Deze staken de grens bij de Barrier over. Daarmee was Bergeijk de eerste gemeente in Nederland waar geallieerden voet op Nederlands grondgebied zetten.

3 – Jef Theuws

80 jaar vrijheid

De risicovolle reis van Jef: Tussen Engelse verkenners en Duitse gevaren

Jef Theuws hoorde van zijn moeder dat er Engelsen bij de Barrier waren. Hij besloot er naartoe te fietsen. Bij het grenskantoor aan de Nederlandse kant van de grens hoorde hij dat er Engelsen aan de Belgische kant van de grens waren en dat er in de Liskes Duitsers zaten. Rond 14.10 uur passeerden twee Engelse verkenningsvoertuigen de grens. De Engelse verkenners vroegen of er Duitsers in de buurt waren. Omdat Jef als enige Engels sprak, legde hij uit waar de Duitsers zaten. Aan de hand van een stafkaart gaf hij ook aan waar de Engelsen zich precies bevonden. Dit was op de plek waar nu de Poort der Bevrijding staat, bij de benzinepomp aan de Barrier. De Engelsen gingen verder naar Borkel en Schaft en Jef ging mee om te vertalen. In Borkel vertelde een politieagent waar de Duitsers op de Malpie zaten en Jef vertaalde het voor de Engelsen. De pastoor van Borkel en Schaft maakte een paar foto’s van de groep en de Engelsen reden verder naar café Van Steenbergen (nu: de Suyckerbuyck). Jef besloot terug te fietsen naar huis. Toen hij bijna bij de Maaij was, ontplofte er een granaat midden op de weg. De Duitsers en de Engelsen beschoten elkaar. Jef dook met fiets en al in de sloot. Omdat Jef bang was dat de Duitsers hem zouden herkennen als degene die de Engelsen op de kaart had aangewezen waar de Duitsers lagen, besloot hij, met zijn fiets, via de sloot, te vluchten richting Valkenswaard.

Poort der Bevrijding

Tragedie aan de grens: Een onvergetelijke foto en de dodelijke beschieting

De verkenningsvoertuigen stonden nog bij café Van Steenbergen. Jef vertelde de Engelsen wat er was gebeurd. Daarop namen zij contact op met de Engelsen bij de grens via een seintoestel. Toen bleek dat er twee burgers waren gedood door de Duitsers. De vlag die bij café Van Steenbergen was opgehangen, moest weg, de muziek moest uit en de mensen weg. De Engelsen reden vlug terug naar de grens. Naderhand bleek dat de burgers die waren omgekomen behoorden bij de groep waarmee Jef op de foto was gegaan. Die groep was, samen met de pastoor uit Borkel en Schaft, onderweg naar de grens. Toen ze plotseling werden beschoten, doken ze in een sloot. De Duitsers haalden, ter hoogte van de Hofmanheideweg, vier mensen uit de sloot en wilden hen fusilleren. Eén Duitser pleitte echter voor hen en liet ze gaan. Toen ze ongeveer 50 meter verder waren, in het zandpad richting de Plateaux, werden ze alsnog van achteren beschoten. Twee van hen overleefden dit niet. Hun lichamen werden pas tien dagen later gevonden. De Duitsers hadden het fototoestel van de pastoor niet gevonden. Bij het fouilleren stond hij met zijn armen gespreid en hing het fototoestel in de mouw van zijn toog. Daarom is de foto van het eerste contact bewaard gebleven.